Waar blijft de lokale/regionale consument?
Burgers staan vaak positief tegenover kopen bij de boer, maar lang niet iedereen koopt regelmatig bij de boer. De haastige consument wil graag op een gemakkelijk manier boodschappen doen en daarbij past niet altijd een bezoek aan een streek- of boerderijwinkel. Maar waar liggen dan de kansen voor agrarische bedrijven die hun producten rechtstreeks aan de consument willen verkopen?
Veel boerderijwinkels kampen met kleinschaligheid en afstand tot de consument, zij hebben niet de kennis en budgetten van grootwinkelbedrijven om de consument naar hun winkel te trekken. In Nederland zijn ruim 3000 boerenbedrijven bezig met rechtstreekse boerderijverkoop, waarvan ca. de helft via een eigen boerderijwinkel. Verkoop via een webshop of via derden is hierbij niet meegerekend (cijfers 2013: Agriholland).
Het grootste aandeel boerderijverkoop heeft de fruitteelt en vervolgens de vollegrondsgroenteteelt en de pluimveehouderij (cijfers WUR/Agrimatie 2015)
Groeiende populariteit
In 2016 lieten enkele vormen van directe boerderijverkoop aan consumenten een groei in populariteit zien.
Dat waren:
– online verkoop via een eigen webshop. Het aantal webwinkels in voeding groeide met ruim 13% tot 2770 in 2016.
– verkoop via een coöperatieve markt, coöperatieve winkel, voedselcoöperatie (VoKo) of ook weer online via een coöperatieve webshop of foodboxmodel. De belangstelling voor dit soort boer-consument samenwerking groeit nog steeds en VoKo’s en coöperatieve voedingsinitiatieven ontstaan in vrijwel elke regio.(Bron: aardeboerconsument.nl)
– zelfplukken en zelfoogsten en zelfoogsttuinen. Zelfpluk en Zelfoogst initiatieven ontstaan door het hele land, soms noodgedwongen (markt- of weersomstandigheden), soms heel doelbewust om de consument meer bij de voedselproductie te betrekken. Deze activiteiten zijn vooral gericht op vrijetijds- / vakantieactiviteiten met kinderen en de bewuste consument met een gerichte belangstelling en bijbehorend netwerk.
Boerderijwinkel naar de stad?
Veel mensen vinden het leuk om te zien waar de producten vandaan komen en hoe ze worden gemaakt. Ook is de kwaliteit en smaak van deze producten voor veel mensen een reden om een extra ritje te maken naar een streek- of boerderijwinkel. Maar niet als dagelijkse of wekelijkse activiteit. Duidelijk is dat de consument vooral op “gemak” uit is. Dus moet “de boer naar hen komen” en niet andersom.
Maar hoe dan? Waarschijnlijk door vooral de samenwerking op lokaal en regionaal niveau te zoeken. Gezamenlijke marktdagen organiseren in winkelcentra of stadscentra, thuisbezorgd en/of afhaalmogelijkheden te creëren op VoKo-model of aansluiten bij een coöperatieve webshop met ook weer bestellijsten en bezorg- of afhaalmogelijkheden.
Ook samenwerking in de vorm van streekplattegronden met daarop aangegeven waar wanneer welke boerderijverkoop in de omgeving plaatsvindt, met productinformatie zoals onlangs in de Krimpenerwaard is ontwikkeld
Daar zou dan bijvoorbeeld ook een soort klantenpas aan gekoppeld kunnen worden.