Biologisch heeft de toekomst

Biologische teelt heeft de toekomst

Drie telers vertellen over de keuze voor de biologische werkwijze, de kansen en bedreigingen en geven een blik op de toekomst.
Ofschoon Douwe Monsma (biologische akkerbouwer), Rob van Paassen (Glasteler) en Harald Oltheten (biodynamisch fruitteler) alle drie een verschillende achtergrond hebben, zijn ze het daar over eens. ‘Mensen zijn zich steeds bewuster van wat ze eten. Ze kiezen dan voor een biologisch product,’ zegt Douwe Monsma.

‘Waarom? Bio is gezonder. Voor mij en de mensen die hier werken’
Douwe Monsma is een biologische akkerbouwer in Zeewolde. Hij is in 1989 overgeschakeld. ‘Eigenlijk om twee redenen. Ten eerste is het gezonder.Je gebruikt geen chemicaliën of chemische bestrijdingsmiddelen, dus je komt daar ook niet mee in aanraking. Daarnaast heeft het de toekomst. Er is vraag naar en de sector groeit gestaag.’

‘Een kringloop waarbij vrijwel niets verloren gaat’
Rob van Paassen is glasteler in Oude Leede. ‘Ik ben in 2000 overgeschakeld naar biologisch en in 2010 zelfs naar biodynamisch. Het idee dat je op die manier veel meer een geheel maakt van je bedrijf en dat er sprake is van een kringloop, waarbij vrijwel niets verloren gaat, spreekt me aan. Biologisch heeft een toegevoegde waarde.

Vanzelfsprekend biodynamisch
Harald Oltheten heeft samen met zijn vrouw een biodynamisch fruitteeltbedrijf in Oud-Sabbinge. ‘Voor mij was het een vanzelfsprekende keuze. Ik ben niet afkomstig uit een boerengezin. Daarom ben ik naar de Warmonderhof gegaan. De holistische, wetenschappelijke benadering stond mij erg aan. Het idee dat alles met elkaar te maken heeft: de aarde, lucht, water, het heelal, alles speelt een rol en heeft een functie. Toen wij na de studie hier een klein bedrijfje konden kopen, hebben we dat gedaan.

Wat is het grote verschil tussen biologisch en gangbaar telen?
Drie verschillende productgroepen maken dat ook de verschillen tussen de gangbare en biologische werkwijze anders zijn.
In de akkerbouw gaat het vooral om het niet gebruiken van chemische gewasbescherming en kunstmest. ‘En ook dat heeft de toekomst. Er mogen steeds minder middelen gebruikt worden. De aandacht gaat nu steeds meer uit naar het kweken van sterkere rassen die minder ziek worden,’ zegt Monsma.
In de glastuinbouw zit het grote verschil in de ondergrond. De gangbare teelt maakt veelal gebruik van steenwol als ondergrond. Daarnaast worden er ook andere bestrijdingsmiddelen gebruikt om ziektes en infecties tegen te gaan.
Bij de fruitteelt zit het grootste verschil hem in de verzorging van de bodem, de rassenkeuze, plantsystemen en het niet gebruiken van chemische bestrijdingsmiddelen.

Voor hun visie op de toekomst lees het hele artikel hier

Bron: Groentennieuws.nl